Engelen

Evidence Based Research

Verhalen boeien mij meer dan feiten, maar dat betekent niet dat ik geen feiten hoef te hebben. Het kán wel zonder, maar dan doe je geen genealogie, enkel mythologie. Vanuit mijn achtergrond als docent vind ik verhalen machtig interessant. Maar onderzoek doe je toch om feiten te vinden? Feiten ‘boven tafel’ te krijgen? Wordt de verzameling feiten groter en het aantal personen ook, dan groeit het belang om ze te organiseren. Waar ik in de jaren ’90 de informatie verwerkte een programma dat werkte onder DOS, (volgens mij getiteld Pro-Gen), zocht ik nu andere manieren. Het werd me snel duidelijk:  je hebt software nodig, waarin je niet zomaar alles overtypt wat een ander zegt, maar zoveel mogelijk gebruik maakt van BRONNEN om daar feiten uit te halen. Ik probeerde enkele online aanbieders uit, maar voelde me niet prettig bij het ‘uit handen geven‘ van info, die ik zelf amper kende. Met het criterium dat bronnen de prioriteit hadden vond ik Centurial, niet zo’n beetje, maar geheel gericht op ‘evidence based research‘. De basis voor Centurial was een in de VS verschenen ‘dikke pil’,  Evidence Explained, geschreven door Elisabeth Shown Mills, een auteur die haar sporen ruim verdiend heeft als het gaat om historisch onderzoek. De maker heeft geprobeerd de adviezen van dat boek in een werkend programma aan te bieden aan gebruikers. Van feiten naar bewijzen Bij de invoer van bronnen groeit het ‘bewijs’ in een soort opstapeling. Jouw rol wordt anders, want je stelt van alle gevonden feiten vast of het inderdaad een betrouwbaar gegeven is of niet. Ook dat leg je vast met Centurial. Door daarnaast nauwkeurig de herkomst of vindplaats van die bron vast te leggen worden ze ‘terugzoekbaar’ voor anderen, Je moet er even langer op wachten voor het zover is, maar de verhalen komen dan toch wel. Na wat leerwerk vond ik het bijzonder logisch en makkelijker werken. Het eigene ervan is inderdaad de consequente aanpak van die door bronnen gestuurde genealogie. Centurial nam je bij de hand om uit echte bronnen essentiële gegevens te ‘extraheren’. Het werkte daarmee anders dan andere programma’s voor genealogie, die gebruikers eerder een ‘vat’ bieden om daarin hun eigen conclusies uit te schenken. De maker ervan bleek een Nederlander te zijn, Fouke Boss. Ik maakte contact en bood aan de structuur van alle menu’s te helpen vertalen. Hij ging daar graag op in. Naast het Engels ging Centurial ook werken in het Nederlands en Duits. Niet alleen wat menu’s betreft, ook zaken die typisch zijn voor de Nederlandse (en Duitse) cultuur werden opgenomen. Zo kon ik bij gebeurtenissen en hun levensbeschouwelijke achtergronden, helpen de Nederlandse inhoud te geven. Het was veelbelovend, maar helaas staat de ontwikkeling van Centurial al enkele jaren stil en daarom ging ik zoeken naar alternatieven, die min of meer dezelfde aanpak volgden. 

Family Historian

Dat was nog niet zo gemakkelijk. Ik probeerde programma’s uit als Legacy en Rootsmagic, die heel populair zijn. Ik testte toch ook weer wat met online te vinden platforms zoals Family Tree Builder (inmiddels overgenomen door MyHeritage, dat óók het platform Geni heeft ingelijfd). Geen van alle konden deze mij bekoren. Misschien was ik verwend door die aanpak van Centurial, maar eigenlijk lijkt me dat de enige manier waarop je het onderzoek professioneel aanpakt. Zo’n programma als Rootsmagic, bijvoorbeeld, belooft iets vergelijkbaars, maar maakt het in mijn ogen niet waar. Ik heb versie 7, 8 en 9 uitgeprobeerd en zelfs gekocht, maar uiteindelijk gewoon weer ingeleverd. En online ‘shows’ blijf ik afraden. Het idee dat jouw stamboom op internet voor iedereen te vinden is, is nog tot daaraan toe, maar dat het net zoals met sociale media allemaal te delen is, dat stond me tegen. In No Time groeit je database, dat wel, maar je bent de controle kwijt. Controle over de inhoud en kwaliteit van de gegevens, bedoel ik. 

Uiteindelijk kwam ik bij het Engelstalige Family Historian en dat ben ik sindsdien blijven gebruiken. Hoe langer ik het gebruik, hoe meer ik gecharmeerd ben van deze software. De Engelse vereniging van genealogen noemde het niet voor niets de beste genealogie software. Als je het eenmaal leert kennen – er is zeker een flinke ‘leercurve’ – is het heel logisch. Er is een actieve helpdesk voor technische problemen en een platform voor de gebruikers van het programma, waar je inhoudelijke vragen kwijt kunt en ook prompt antwoorden krijgt.

Het programma is goed en degelijk opgebouwd, bij mij nog nooit gecrasht (hetgeen vooral bij Rootsmagic aan de orde van de dag was). Wat vooral bijzonder en geruststellend is, is het feit dat dit programma consequent is opgebouwd  rondom de standaard database welke genealogen voor uitwisseling van hun gegevens gebruiken:  bekend als GedCom. In feite kun je zo de gedcom transporteren van het ene programma naar het andere. Het project dat je daaromheen opbouwt verzamelt de links naar bronnen die je hebt en inderdaad, we zijn dan bij min of meer de ‘evidence based research’ waarover ik het had. 

Laat een antwoord achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *