We moeten het hebben over Indië. Niet India, niet Indonesië, maar Indië, een zéér specifiek begrip, gebruikt door mijn voorouders en vele anderen. Zo’n theoretisch artikel als dit is natuurlijk helemaal niet nodig. Excuses, het ligt aan mij. Ik meen dat het nodig is om het verhaal van de familie Engel wat context te verschaffen. Een historisch verantwoord artikel wordt het nu óók weer niet, maar tóch een kleine inkijk. Zie het als een vooruitblik op nog te schrijven blogs….
Kolonie????.
Een land dat botweg een ander land aan de andere kant van de wereld betitelt als haar bezit, dat is al verbazingwekkend genoeg. Landjepik op grote schaal. En minder onschuldig dan het spelletje landjepik dat wij vroeger deden met messen in de kale grond. Staten van Europa deden dat spel op grote schaal vanaf de 16e en 17e eeuw. Daar moet je op zijn minst even goed over nadenken, zeker in het kader van de emigratie van mijn grootouders naar Indonesië. Lange tijd – 350 jaar – was het zo, dat Nederlands Indië volstrekt vanzelfsprekend vele pagina’s van de schoolatlassen beheerste. Wij moesten als kinderen op de lagere school nog het rijtje eilanden ‘achter Java’ uit het hoofd kunnen opzeggen. Bali, Lombok, Soembawa, Soemba, Flores en Timor… Dreunen, niet nadenken…. En dat terwijl het toen al meer dan 15 jaar een onafhankelijk land was.
Nederlands Indië was de gewone, volledige naam van het gebied en om het gewone daarvan uit te drukken leek ook de term “Indië” wel geschikt. Oma had het altijd over Indië. “Insulinde” was óók zo’n mooie, romantische en bedekkende term, net zo als ‘De Oost‘ …. De Oost was waar wij als Nederland zoveel winst vandaan haalden.
Tempo doeloe
De werkelijkheid is complexer dan woorden alleen. Woorden zijn juist heel vaak pogingen om te verhullen. Het lijdt geen twijfel, dat Nederlanders voor de Tweede Wereldoorlog spraken over ‘hun’ Indië, meestal met allerlei positieve emotie omgeven. Ze benoemden dat als ‘tempo doeloe’, maar daar ligt juist het probleem. Tempo Doeloe betekent ‘tijd van vroeger’ en die was al lang voorbij, terwijl nog steeds veel Nederlanders de term bezigden. Gewenning? Heimwee?? Hardnekkige weigering de realiteit van het einde van kolonialisme te accepteren???
Ik heb er zelf nooit gewoond en ben nooit zelfs maar ‘op vakantie’ geweest in die richting. Het werd mij duidelijk, dat voor een juist begrip van de situatie en de context, waarin zich mijn opa en oma begaven, het handig, zelfs noodzakelijk was te snappen wat zij daaronder verstonden. Mijn lagere school kennis was ontoereikend.
Lange tijd tijdens mijn stamboomonderzoek had ik mij namelijk verbaasd over de gewoonheid der dingen die zij vastlegden, fotografisch of anderszins. Alsof er verstandsverbijstering over hen was gekomen. Tempo doeloe is namelijk – ondanks alle liederen, tv shows en eetfestijnen van ‘Tante Lien’ Wieteke van Dort, al niet meer aan de orde op het moment dat zij vertrokken, in 1921. Zeven jaar eerder begon de Eerste Wereldoorlog en wie er verstand van heeft noemt dat moment als het definitieve einde van tempo doeloe. Of…??
Geen eigendom … meer
In het jaar 1922 werd mijn vader, Johan Henri Engel, geboren in Poerwokerto op midden Java. Net als heel veel andere Nederlanders waren zijn ouders in 1921 naar dat ‘Indië’ vertrokken. Kijk onderaan even op je gemak naar de ‘fotogalerij van een gelukkig gezin in den vreemde’….
Nog steeds heb ik geen definitief antwoord op de vraag ‘waarom’, maar vermoedelijk had de opleiding tot financieel deskundige van Wim Engel ermee te maken. Misschien ook de angst voor nog een socialistische revolutie, zoals door Troelstra geprobeerd? De Roode Week 1918, die als de ‘Vergissing van Troelstra‘ de boeken in is gegaan. Loe de Jong schrijft erover in zijn reusachtige werk over Nederland in de Tweede Wereldoorlog: “November ’ 18 had de meeste Nederlanders in Indië naar rechts doen opschuiven — de communistische opstanden van november ’26 en januari ’27 * hadden hetzelfde effect. November ’ 18 had de doodsteek toegebracht aan de Nederlands-Indische Vrijzinnigen Bond die het grootste deel van zijn aanhang aan de meer conservatieve, door het grote bedrijfsleven gesteunde Nederlands-Indische Politiek-Economische Bond verloren had. Ook die tweede bond stond evenwel op de grondslag van de associatie-politiek.” (blz 343) Nu was Wim Engel in november 1918 nog militair in Nederland, maar gezien zijn ontwikkeling in de jaren ’20 zou dit helemaal niet zo’n gekke veronderstelling zijn.
* De Jong bedoelt hier de revoluties in Indonesië
Grondwetswijziging
Hoe dan ook, hij vroeg en kreeg eervol ontslag in december 1920 en kon daar in ‘Indië’ beginnen als ‘gegradueerd ambtenaar ter beschikking van den Gouverneur Generaal’, hetgeen ervoor zou zorgen dat hij in die jaren ’20 op diverse plaatsen gestationeerd werd.
In 1922 werd niet alleen mijn vader geboren, maar ook werd door middel van een grondwetswijziging (deze wijziging bracht ook vrouwenkiesrecht, trouwens) doorgevoerd, dat ‘Indië’ niet langer werd betiteld als ‘eigendom’ van de Nederlandse staat. Maar……
Niet langer betiteld als bezit of kolonie, dat wil niet zeggen dat het niet langer zo gezien werd. Nederland had weliswaar officieel geen ‘kolonie’ meer, in de dagelijkse praktijk werd dit volstrekt anders beleefd. Ontwikkelingen die zich in de jaren ’20 voordeden zouden dat stevig onderstrepen en sinds kort heb ik ontdekt hoe en hoe nauw betrokken bij dat proces mijn opa is geweest. Zie daarover een komend bericht.
Indianisatie
Het cultuurstelsel, dat eeuwen had bestaan, was onder anderen door Multatuli‘s terechte kritiek, ruim 60 jaar daarvoor, afgebrokkeld en vervangen door een nieuw systeem dat je liberaal en kapitalistisch mag noemen. De lokale bevolking was onder het voorgaande systeem al verpauperd en kansloos, nu dat de liberalen aan de macht kwamen zou dat niet veranderen, maar andere zaken wel. In korte tijd werd Indonesië gemoderniseerd en kwamen veel van de voormalige staatsbedrijven in particuliere handen. In rap tempo werd een systeem van scholen voor de oorspronkelijke bevolking opgezet en begon er een proces van emancipatie dat onherroepelijk tot de gevolgen zou leiden die we in het midden van de twintigste eeuw en daarna hebben gezien.
Emancipatie betekende ook ‘indianisatie’ . Sorry, ik heb het woord niet verzonnen. Een grote hervorming met het oog op zelfbestuur van Indonesië. Je kunt er desgewenst een boek van 329 pagina’s over lezen, maar ik houd het op deze samenvatting. Het komt er grofweg op neer dat hoe langer hoe meer bestuursorganen werden bevolkt door op de scholen opgeleide autochtonen. Langs de weg van de al genoemde voorzichtige associatie zouden op termijn de Nederlandse en de Indonesische bevolkingen samenwerken en een vredig Indië maken…. …, dat was althans het ideaal, of dat was de illusie, je mag het zelf zeggen.























Binnenkort
Dit van bovenaf gedropte idee over bestuur weerspiegelde niet automatisch wat er werkelijk aan de hand was. Het sluimerend verzet (na een oorlog van meer dan 30 jaar bij Atjeh) groeide opnieuw. De partij van Soekarno had in korte tijd achthonderdduizend leden en al in 1918 was er een oproep tot onafhankelijkheid. Aan beide kanten was er verzet, overigens. Onder anderen de suikerboeren van Oost Java waren niet van zins ‘Indië’ zomaar te laten gaan. En er waren kansen voor ondernemende mensen uit Nederland. Mijn opa hoorde daarbij. Dat maak ik hopelijk duidelijk in een volgend bericht. Nog weer later leg ik uit wat die cryptische mededeling over de suikerboeren betekent. Je kunt je erop verheugen…. of niet. Ik heb het de omineuze titel ‘Holland Eerst‘ meegegeven.