Ups and Downs in Indië

Een bericht over de carrière van mijn opa. Volgens mij is het niet altijd even soepel verlopen. De beloftes waren mooi, maar de werkelijkheid had andere plannen. Uit documenten die ik vond blijkt, dat hij in december 1920 vernam ergens in maart 1921 te kunnen beginnen met werken voor ‘den Gouverneur Generaal’ en dan wel als ‘gegradueerd ambtenaar’. Zeg maar een ambtenaar met een studie en aangezien mijn opa goed was in rekenen en boekhouden kun je een beeld maken van het soort werk dat van hem verwacht werd. In zijn eigen archief bewaarde hij brieven, waaruit blijkt dat de Minister van Koloniën hem aanstelt bij de Staatsspoor- en Tramwegen. (vaak afgekort tot SS, maar dan is het nog ruim vóór WO II)

Hoe precies dat ‘ter beschikking staan van den Gouverneur Generaal‘ in zijn werk ging, dat werd niet helemaal duidelijk. Als ambtenaar moest je blijkbaar diverse eden van geheimhouding afleggen en kon je overal terechtkomen. Ik heb afschriften gevonden van zulke eden, maar ja: geheimen. Hoe het ook zij, op 5 februari 1921 schepen Wim Engel, zijn vrouw en kind in op de SS Vondel naar Indonesië. Afgaande op de grote hoeveelheid adressen die de familie heeft gehad in die 10 jaar, moet hij inderdaad veelvuldig geplaatst zijn op die plekken waar men dat nodig vond. De eerste standplaats lijkt te zijn geweest in Bandoeng, d.w.z. het Bataviaasch nieuwsblad maakt melding van de benoeming.

EED VAN TROUW.

EED VAN GEHEIMHOUDING.

De eed van ….

Dat dit geen kleinigheidje was blijkt wel uit het feit, dat ik naast die eed van trouw en geheimhouding er nog 2 andere waren, een met de aparte Spoorwegeed en een met de Tramwegeed.. Je zou denken, die zit gebeiteld en maakt een mooie carrière…. Maar … In het vervolg van die stapel documenten zag ik óók een wat minder fijn verhaaltje, een zogenaamd Rondschrijven van het Departement van Koloniën in verband met Verlof en NonActiviteit. Nadat Wim Engel zich nét gevestigd had in Poerwokerto en vader was geworden van een tweede kind – mijn vader – was blijkbaar begin 1923 een nieuwe verplaatsing gewenst naar Djember. Nog steeds ambtenaar?? Nou, een paar maanden dan. Eind 1923 krijgt hij een brief die hem duidelijk maakt dat hij niet kan blijven.

Overtolligheid

Bataviaasch Nieuwsblad van 13 december, en dat terwijl enkele weken daarvoor in november in de Indische Courant voor Oost Java staat, dat hij een nieuw telefoonnummer heeft, woonachtig (kantoorhoudend?) aan de Sociëteitstraat nummer 4 in Soerabaja. Of….. was die telefoonaansluiting al bedoeld voor een ander initiatief van Wim Engel, in reactie op zijn ontslag? Hoe dan ook: Op 5 december 1923 krijgt hij te horen, dat hij als gevolg van boventalligheid het slachtoffer wordt van bezuinigingen en zijn – weliswaar eervol – ontslag gaat krijgen. Dat noemden ze destijds trouwens geen boventalligheid maar overtolligheid. Vriendelijk cadeau, op 5 december!!

De brief levert meer vragen op dan antwoorden, overigens, want volgens de aanhef is er door Wim Engel een verzoek gedaan en is zijn woonplaats niet Djember maar Soerabaja…. “Gelezen het verzoekschrift, gedagteekend Soerabaja, 24 November 1923“, zo lees ik. Daar voegt de schrijver namens de GG, Gouverneur Generaal, aan toe, “dat het zich niet laat aanzien, dat van zyne diensten bin­nen afzienbaren tyd op eenigerlei wyze voldoende profyt voor den Lande kan worden getrokken” Ze hebben hem dus naar de andere kant van de wereld laten reizen, maar kunnen hem niet meer gebruiken???? Dat maakt de brief van 27 november – hieronder – ook enigszins vreemd ….

Wachtgeld?

Dan sta je in 1924 ineens op wachtgeld. Wat te doen? ‘Voor jezelf beginnen‘ was daarop het antwoord en zoals ik het reconstrueer is hij dankzij een fikse lening van zijn schoonvader inderdaad een bedrijfje begonnen. Die geleende 3000 gulden van 1923 kun je met een calculator omrekenen tot ongeveer het 10-voudige in euro’s nu. Engel & Co Expediteurs werd de naam. Daarover volgt nog een ander bericht.

Hij heeft het vermoedelijk als sinds het midden van dat jaar 1923 en misschien al veel eerder zien aankomen en is met een telegram naar Nederland in actie gekomen. Op 17 oktober schrijft hij een dankbrief naar schoonvader Willem Fredrik de Reede. Een heel ander scenario is overigens, dat het overeenkomen van ‘boventalligheid’ in goed onderling overleg is gegaan, nadat Wim Engel de plannen had opgevat om deze nieuwe zaak te beginnen.

Geen groot succes

Dat het expediteursbedrijf overigens geen onverdeeld succes was wordt duidelijk gemaakt door het feit, dat na 1925 geen enkel woord meer valt over de zaak en dat het enige dat je tegenkomt de afbetaling is van de lening, het laatste stuk (Er was nog eens 1000 gulden bijgekomen) zelfs ná de dood van Wim Engel. Uit de dankbrief aan zijn schoonvader blijkt, dat de “&CO” al is opgestapt vóór het bedrijf goed en wel van start ging. Hieronder in pdf bestand mijn transcriptie en het origineel in de volgende pagina’s.

Ik citeer: “De groote verdienste zit echter op het vervoer per trein of boot. Wil je de menschen winnen, dan moet je goedkooper zijn als nu en toch mag ik niet te laag gaan, daar je niet weet welke omvang het vervoer hier kan nemen. Waar er hier nog niets op dat gebied bestaat, kan de zaak een geweldige omvang nemen en zal er dan een reusachtig kapitaal in gaan zitten. Doch eerst moet de levensvatbaarheid aangetoond worden. Ik word nu al met aandacht gevolgd door de handelsvereeniging te Soerabaja en Semarang (Kamer van Koophandel)”

Powered By EmbedPress

Anders gezegd: hij weet dus nog niet of het gaat lukken. En zijn zakenpartner? “Zooals U reeds gehoord hebt heeft Moulin zich teruggetrokken. Nu komt wel alles op mij neer, maar dat is toch beter. Hij deed geen laars dus blijft dat toch hetzelfde. Hij is zoo verstandig geweest dat zelf in te zien, anders had ik het hem toch moeten zeggen.” Zijn huwelijkspartner?: “Harry vertel ik maar weinig van de moeilijkheden, want dan zou ze alles overdreven zwart zien en zelfs zwart zien is niet noodig, Luctor et emergo is een juiste spreuk in dezen tijd.” Je moet dan wel even weten, dat Harry niemand anders is dan Henriëtte de Reede.

Daarna is het stil. Geen brieven van of aan Wim, geen bericht in de krant.
Persbureau Aneta meldt alleen het begin ervan op 1 januari 1924.

De Sumatrabode wijdt er een flink artikel aan, over ‘de expediteur’. “Deze vestiging zal tegemoet komen aan een lang gevoelde behoefte. Wie heeft geen soesah met de verzending van zyn goederen. Eerst het tawarren met koelies, grobakvervoerders of transportondernemingen. De onzekerheid van het transport zonder eenige garantie.” Die onzekerheid zou opgelost moeten zijn met een expediteur, maar het voorspelt niet veel goeds…..Mogen we aannemen dat het bedrijf niet langer dan 1 jaar bestaan heeft???

Suiker

Ja, dat mag. Eind 1924 heeft Wim al de stoute schoenen aangetrokken en een grote suikerfabriek aangeschreven met de vraag of er vacatures zijn. De Oei Tiong fabriek antwoordt: ” Een Assistent boekhouder op de afd. Pakkies. Aanvangsalaris f. 250. vrij wonen, dokter, medicijnen. Jaarlijksche verhooging van f. 25. maximum f. 400.- Vooruitzichten zijn, benoeming tot boekhouder aanvangsalaris f. 350.- met vrij wonen enz. Als ass. Boekhouder een tantième van 1/8% als boekhouder 1/4%.” De tweede is “boekhouder bij een der handelszaken hier op Semarang, salaris f. 350.- per maand, zonder meer. Vooruitzichten onbekend.” Wim neemt de eerste. Dus op naar Pakkies.

Op 1 januari 1925 begint Wim Engel als assistent boekhouder in Pakkies, in de buurt van Semarang, werkend voor een grote suikerfabriek. De foto’s laten ook zien, dat in die periode de huisvesting lag in of bij Soerabaja. Ik zie in ieder geval de Cannalaan nr 2 en daarnaast Hotel Jentink in Soerabaja.

De foto van Wim Engel sr ziet eruit alsof hij thuis is gemaakt. Het jaartal dat erboven is geschreven is in ieder geval 1925. En samen met een klein stukje van 1926 was dat precies de periode van 13 maanden, dat hij assistent boekhouder was van deze suikerfabriek. Mijn vermoeden is, dat hij in deze maanden goed heeft kennisgemaakt met de financiële belangen van suikerwerkgevers. Dat aspect zal terugkeren als hij betrokken raakt bij de Vaderlandse Club. Maar laat ik daar niet op vooruitlopen.

Terugkeer bij de GG

Op de een of andere manier blijft werken voor de overheid aantrekkelijk, dus op 30 januari van dat jaar begint hij een nieuwe klus. Hij gaat leiding geven aan een reorganisatie van de Comptabiliteit bij de afdeling financiën van de Generale Thesaurie, iets dat hem niet veel later zal brengen naar Weltevreden.

De Generale Thesaurie adviseerde – en doet dat nog steeds – over het beleid voor de financiële markten, het toezicht daarop en bereidt de benodigde wetgeving voor. Er zijn nog meer taken, maar in het Nederlands Indië van de jaren ’20 zal het niet zoveel verschild hebben met nu. Hij krijgt een eigen kantoor achter het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen, waar oma trots een kruisje bij plaatste.

Blijkbaar gaat hij opnieuw in Soerabaja kantoor houden. In het Bataviasch Dagblad een advertentie van zijn nieuwe adres:

De brief hierboven geeft duidelijk Soerabaja aan als standplaats, al was hij dus ‘tijdelijk te Semarang’.

Gedurende het jaar 1928 wordt hij dan bevorderd tot Adjunct Inspecteur bij de Generale Thesaurie en misschien is daar wel de foto op gebaseerd. In zijn Staat van Dienst beschrijft hij zichzelf als “burg. Ambtenaar en Bel. m/d waarneming van de betrekking van Adjunct Inspecteur v/d GT” Zijn tijdelijke benoeming wordt een vaste in 1929.

In feite gebeurt er niet veel nieuws meer in de carrière terwijl hij in Nederlands Indië is, zodat ik zou kunnen stoppen. Ik wijs er nog op, dat hij zowel in Weltevreden, lees Djakarta, werkt en woont als in Soerabaja. En 1929 wordt een jaar om in de gaten te houden, zowel op macro- (de beurskrach) als op meso- (de Vaderlandse Club) als op microniveau (Wim Engels betrokkenheid daarbij). Daarover meer in de komende blogs.

Landstorm

En passant, echter, krijgt hij ook een officieel bericht dat hij is ingedeeld bij de landstorm. Het was mij niet bekend dat dit óók nog heeft bestaan, maar blijkbaar waren het burgers die gewapend ten strijde konden trekken om het leger te ondersteunen. Ze hebben een hele geschiedenis van vrijwillige dienst achter de rug. Een soort van nationale reserve. Ik dacht altijd dat dit een soort van BB was geweest, de Bescherming Bevolking, maar dat gaat in de carrière van Wim Engel sr pas vele jaren later meespelen, als hij allang weer terug in Nederland is.

Op 9 juli 1927 meldt het Algemeen Handelsblad van Nederlands Indië de benoeming van WF Engel tot reserve officier

Afsluiting periode Indië

Zoals algemeen bekend deed zich in 1929 een wereldwijde economische crisis voor, bekend als de Beurskrach. Ook in Nederlands Indië deed zich dat voelen. In 1930, zo vertelt Loe de Jong in zijn “Het Koninkrijk in Nederlands Indië 11a, deel1 , p. 89″ : “het suikerareaal kromp tot niet veel meer dan een zevende in en van de 180 suikerfabrieken die op Java in bedrijf waren geweest, werden er 140 gesloten.” Hoewel opa inmiddels alweer enkele jaren werkte voor de GG moet het effect in Oost Java zeker ook voelbaar geweest zijn in de ambtenarenwereld. Ik zie eigenlijk een vrijwillige ontslagname, maar hoeveel druk er was van hogerhand is me onduidelijk. Verder was het ook zo, dat zijn werk van de reorganisatie van de comptabiliteit, in feite een poging tot mechanisatie, erop zat. De familie vertrekt in juli van het jaar 1932 naar Nederland. Vrij triest is het om het bericht te lezen onder de titel “Bureaucratisch avontuur gestopt” van 21 oktober 1932 in onder andere De Indische Courant, dat daar bijna direct op volgt, namelijk dat de overheid besloten heeft om die hele reorganisatie maar te stoppen. Het verhaal Indië eindigt dus met een nieuwe ‘down’….

Binnenkort

Zo’n blogbericht als dit, goed bedoeld hoor, kan natuurlijk nooit een carrière van iemand weergeven. Ik laat het slechts bij wat indrukken die ik er zelf van heb meegenomen. Toch staat dit verhaal niet los van alle andere. Over een paar dagen wil ik vertellen wat dat “Indië” is, waar het steeds over gaat en gaandeweg, in de weken erna moet duidelijk worden hoeveel dat is gaan betekenen voor de familie Engel en met name voor Wim Engel senior. Eerst wil ik nog ingaan op een kleine episode van ondernemerschap, namelijk de hier al genoemde NV Engel & Co die tot begin 1925 heeft bestaan.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *